Verrekijkers: er gaat een wereld voor je open

Een goede verrekijker behoort waarschijnlijk tot de standaarduitrusting van een KNNV-lid. Toch zijn er genoeg mensen die zich behelpen met een oude kijker (waaronder ondergetekende) en die behoefte hebben aan meer informatie. Ik mocht er drie testen. Wat maakt het verschil tussen een kijker van 500 euro of 2.500 euro?
Is zo’n verschil rechtvaardig? Waar moet ik op letten? Verslag van een kennismaking met de wereld van verrekijkers.

Tekst: Paul van Bodengraven Foto’s: Marco Barten

Dat een verrekijker een ideaal hulpmiddel is om de Nederlandse natuur te bestuderen, wisten ze al in 1608. Toen werd hij namelijk uitgevonden, door Hans Lippershey uit Middelburg. Of hij zijn uitvinding deed om vogels te bekijken lijkt me niet aannemelijk; waarschijnlijk ging het om andere objecten en mensen die optisch wat dichterbij gehaald moesten worden.

Steeds beter
De huidige generatie verrekijkers zijn ver doorontwikkelde en verbeterde varianten op die allereerste kijker. De verrekijker die mijn vader had, een zogenoemd Porro-model, zie je eigenlijk niet meer terug in het huidige aanbod van kijkers. Bijna alle modellen zijn Dakkant-kijkers: rechte buizen zonder die bekende knik halverwege de kijker. Alle kijkers bestaan uit een objectief-lens waar het licht naar binnen komt, een prisma dat het beeld weer rechtop zet en een oculair aan de oogzijde dat voor de vergroting zorgt.

Testen maar!
Over exacte techniek van de verrekijker kan je de spreekwoordelijke boekenkast omtrekken; dat zal ik niet doen.
Een goede verkoper kan je waarschijnlijk alle ins en outs vertellen van de techniek achter en in de verschillende kijkers. Ik heb mij voor mijn ‘test’ beperkt tot een drietal vragen:

1) Hoeveel vergroot de kijker en is dat prettig, ook voor de ogen?
2) Welke rol speelt de kwaliteit van de lenzen en coatings?
3) Waarop baseer ik mijn keuze?

Ik mocht van Zeiss drie type kijkers uitproberen: de Terra, de Conquest en de Victory. In prijs lopen ze uiteen van
€ 450 tot € 1.100 tot € 2.600. Met alle vrijheid om erover te zeggen wat ik wil.

1. Vergrotingsfactor en hanteerbaarheid
Voor de gelegenheid ben ik afgereisd naar de Arkemheen polder, een bekend vogelgebied bij Nijkerk en Putten, aan de Veluwe-randmeren. En ik ben niet de enige die vandaag de weidevogels van dichtbij wil bekijken. Vrijwel iedereen is gewapend met een ferme kijker, dan wel telelens op zijn/haar fototoestel. Sommigen sjouwen een telescoop met zich mee. De meeste vogelaars kiezen bij een kijker voor een vergrotingsfactor tussen de 8 en 10. Nog verder vergroten kan wel, maar dat levert een nogal instabiel en onrustig beeld op. Een kleine trilling in je hand en je hele beeld zwiert heen en weer. Alle drie de geteste kijkers hebben factor 8.

De Terra is het meest compact, vasthouden lukt met een hand. Bij de andere twee gebruik ik beide handen. Het is even oefenen om daadwerkelijk met twee ogen te kijken; ik merk dat ik heel snel een oog dichtknijp. Maar als ik de slag te pakken heb, ontvouwt het wonder der natuur zich aanmerkelijk dichterbij voor mijn ogen. Van de voorbij stappende Grutto zie ik de veertjes trillen als hij zijn snavel in de grond steekt. Prachtig!

Een belangrijk aspect bij kijkers is de kijkhoek. Hoe breder het gezichtsveld, hoe comfortabeler dat is voor de gebruiker. Je hoeft immers minder heen weer te bewegen om te zien wat er nog meer te beleven valt. Het is rustiger en je mist minder. Op dit punt valt ook het eerste verschil tussen de kijkers die ik uitprobeer op. De breedte van het gezichtsveld wordt uitgedrukt in de breedte van het kijkveld op 1.000 meter afstand. De duurdere versie hebben een breder gezichtsveld (Victory 148 meter, de Conquest 128 meter tegen de Terra 125 meter).

2. Kwaliteit van de lenzen
Glas is glas zou je denken, maar dat is dus niet waar. Het schijnt zelfs verschil te maken of de lenzen van je kijker uit het midden of de zijkant van een glasplaat komen. Maar het echte verschil – althans voor je ogen – zit ‘m in de coatings die de verschillende producenten gebruiken voor hun kijkers, zowel op de lenzen als op het prisma en de spiegel. Bedrijfsgeheim natuurlijk, dus wat ze er precies mee doen is lastig uit te leggen; iedere producent heeft zo zijn eigen manier om tot een optimaal beeld te komen. De coatings helpen in ieder geval tegen het weg reflecteren van het licht, optische vervormingen, vuil, vocht en andere ongemakken die een goed zicht belemmeren. En ook hier merk je dan het verschil tussen de drie kijkers. Het beeld van de Conquest is duidelijk helderder dan van de Terra, en dat merk je eigenlijk pas als je ze direct naast elkaar gebruikt. Frisser en meer zoals je het licht zelf waarneemt zonder kijker (althans in mijn geval). De duurdere Victory is ook helder en schijnt nog minder vervorming aan de rand van het beeld te geven. Ik zie dat niet met mijn ongeoefende kijker-oog.

3. Waarop baseer ik mijn keuze?
Het is verleidelijk om voor de goedkoopste kijker te gaan, want die is ook prima en levert een goed en mooi beeld. Belangrijk in de afweging is dat Zeiss op de duurdere kijkers veel langduriger ondersteuning biedt. Ze houden een voorraad aan van onderdelen, waar je zelfs na meer dan vijftien jaar nog een beroep op kunt doen. Dat zit er bij het instapmodel niet in.
Het verschil in beeldkwaliteit tussen de Terra en Conquest zie ik – als ongeoefende verrekijk-kijker – ook: mooiere kleuren en breder beeld. En de kijker is ook nog eens wat robuuster uitgevoerd. De financiële stap naar de Victory is behoorlijk groot, terwijl de verschillen met zijn voordeligere broer subtieler zijn, wellicht beter zichtbaar/merkbaar voor geoefende kijkers.

Een verrekijker aanschaffen blijft een kwestie van afwegingen maken: enerzijds qua budget, maar anderzijds ook als het gaat om de manier waarop je hem gebruikt en hoe je kijkt. Ben je erg visueel ingesteld en bespeur je kleinste afwijkingen, dan is de duurste kijker misschien wel de beste oplossing voor jou.
Een koopadvies kan ik niet geven, wel een ander advies. Dat ik nu verschillende kijkers mag uitproberen is een buitenkans die ik iedereen gun. Want zo begrijp je veel beter wat de verschillen zijn en kun je veel beter een afgewogen keuze maken voor een kijker die past bij jouw doelen, wensen en portemonnee. Dus ga het eerst uitproberen. Koop de kijker altijd in de winkel en niet online. Als je ze niet op proef mee mag nemen, probeer dan tenminste meerdere modellen ter plekke uit, buiten voor de winkel.