Op zoek naar de vliegenzwam

De vliegenzwam was de ‘Paddenstoel van het jaar 2022’. Om deze extra in het zonnetje te zetten, organiseerden de Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV) en de KNNV een publieksinventarisatie. Laten de waarnemingen in 2022 een ander beeld zien dan in 1991 en 2000?

Tekst Melchior van Tweel en Herman Sieben (Nederlandse Mycologische Vereniging) Foto Melchior van Tweel

In 2022 werden meer dan 42.000 waarnemingen van de vliegenzwam vastgelegd. In 1991 en 2000 vonden ook publieksinventarisaties plaats, zodat onderzocht kan worden of er wat er veranderd is.

Om de publieksinventarisatie in 2022 bekend te maken, was er veel publiciteit. Denk aan oproepen in kranten en tijdschriften, en interviews op radio en tv. Daarnaast is vooral de website Nature Today belangrijk geweest om natuurminnend Nederland te bereiken. De waarnemers konden hun waarnemingen via de gebruikelijke kanalen doorgeven, zoals waarneming.nl, telmee.nl en verspreidingsatlas.nl. Op waarneming.nl was een speciale invoerpagina waar nieuwe waarnemers laagdrempelig konden doorgeven.

42.000 waarnemingen
In 2022 verzamelden bijna tienduizend waarnemers meer dan 42.000 waarnemingen van de vliegenzwam. Deze aantallen zijn meer dan dubbel zo hoog als de projecten in 1991 en 2000 (Oosterbaan et al., 1992; Van Tweel et al., 2001). De meeste waarnemers gaven slechts één of twee waarnemingen door (respectievelijk ongeveer 4700 en 1900). Eén waarnemer is vrijwel elke dag op pad geweest en gaf ruim 2700 waarnemingen door. Het kilometerhok met de meeste waarnemingen ligt in het Voorsterbos en Waterloopbos in de Noordoostpolder. In totaal noteerden zestig waarnemers hier de vliegenzwam.

Invoerkanalen
In 1991 en 2000 waren respectievelijk 97 en 89 procent van de waarnemingen direct afkomstig van het project; de rest bestond vooral uit waarnemingen van karteringsprojecten van de NMV. In 2022 is slechts ongeveer 1 procent van de waarnemingen ingevoerd via de speciaal voor dit project gebouwde invoersite op waarneming.nl; 98 procent van de waarnemingen was afkomstig via de reguliere invoerkanalen van waarneming.nl. Hieruit blijkt de grote waarde van waarneming.nl. bij publieksgerichte inventarisaties.

Verspreidingskaarten van de vliegenzwam van de projecten in 1991, 2000 en 2022.
 

Verspreiding
Als we de waarnemingen van de inventarisatieprojecten van 1991, 2000 en 2022 vergelijken via de verschillende jaarkaarten (figuur 2), dan valt op dat de beelden van de verschillende jaren sterk overeenkomen. Toch werden in 2022 in bijna duizend kilometerhokken vliegenzwammen aangetroffen waar deze nog nooit eerder waren waargenomen. De vliegenzwam is duidelijk een soort van de hogere zandgronden in het oosten, midden en zuiden van het land en van de duinen. In de veen- en kleigebieden komt de soort ook wel voor, maar veel minder. Hier vind je de soort vooral op plekken waar zand is opgebracht, zoals in wegbermen en in parken. Door de projecten weten we nu heel precies hoe de verspreiding van de vliegenzwam in Nederland eruitziet.

Natuurgebieden
Alle waarnemingen van 1991, 2000 en 2022 zijn vergeleken met de grondgebruikskaarten van (ongeveer) diezelfde jaren. Hierdoor is voor elke waarneming bekend in welk landschapstype die is gevonden. Tijdens de eerste projecten (1991 en 2000) waren de waarnemingen in natuurgebieden, stedelijk gebied en landbouwgebied min of meer gelijk verdeeld. In 2022 bleek ruim 60 procent van de waarnemingen in natuurgebieden gevonden te zijn, een verdubbeling. Vooral het percentage waarnemingen in landbouwgebied is sterk afgenomen. Een verklaring hiervoor is lastig te geven, maar mogelijk is dit het gevolg van een waarnemerseffect, maar het kan ook een werkelijke achteruitgang van de vliegenzwam zijn door stikstof. Tijdens de coronapandemie ontdekten veel mensen natuurgebieden als ontspanningsplek. Ook nu is het nog steeds druk in natuurgebieden. Het is dus zeker voorstelbaar dat waarnemers meer in natuurgebieden waren en daar de vliegenzwammen noteerden. Maar het is ook mogelijk dat waarnemers nu meer de landbouwgebieden mijden omdat daar door de stikstofdepositie weinig meer te behalen valt. In die zin heeft de stikstofdepositie dus mogelijk effect op het voorkomen van de vliegenzwam (en op andere soorten paddenstoelen), maar mogelijk ook op het gedrag van waarnemers. Specifieker onderzoek zal dan ook de waarnemingen van de vliegenzwam verder moeten verklaren.

Waardbomen
De vliegenzwam is afhankelijk van bomen (zie kader). Tussen de projecten van 1991, 2000 en 2022 is een duidelijke verschuiving te zien. In 1991 was ongeveer 80 procent van de vondsten bij een berk. In 2000 en 2022 was dit percentage gedaald naar ongeveer 45 procent. In die latere jaren zijn juist in verhouding meer waarnemingen gedaan bij eiken en beuken. Een verklaring hiervoor is moeilijk te geven. Opvallend is wel dat eiken en beuken veel langs wegen worden aangeplant en berken veel minder. Als we vóór 2022 naar de kaartjes per waarneming bij waarneming.nl kijken, dan blijkt meer dan 90 procent van de waarnemingen te zijn gedaan langs wegen, lanen en paden. Dat is natuurlijk ook wel logisch, want daar wandelen de waarnemers. Er zijn bijna geen waarnemingen midden in de bossen gedaan en de ervaring leert dat daar ook nauwelijks nog vliegenzwammen voorkomen. Langs lanen en wegen waaien bladeren weg of er wordt gemaaid. Daardoor wordt stikstof afgevoerd en verschraalt de bodem. In de bossen is de verbraming en vergrassing toegenomen, waardoor er minder plaats is voor stikstofgevoelige mycorrhiza-paddenstoelen.

Wedstrijd
In 2012 werd in Vlaanderen de wedstrijd ‘Zoek de grootste vliegenzwam’ georganiseerd (Steeman, 2012a,b). De grootste vliegenzwam had een hoed van 23 cm doorsnede. Dat vroeg natuurlijk om een ludiek antwoord. In 2022 hebben we de waarnemers opgeroepen om een foto van de grootste vliegenzwam op te sturen. De grootste vliegenzwam in 2022 bleek een hoed te hebben van 29 cm en is gevonden in Oosterhout. De vindster heeft een set Paddenstoelveldgidsen ontvangen van KNNV-Uitgeverij.

Groot succes
De publieksinventarisatie was een groot succes. Het project van 2022 is het grootste publieksinventarisatieproject naar paddenstoelen ooit in Nederland gehouden. Door de vele publiciteit zijn paddenstoelen – en in het bijzonder de vliegenzwam – veel in het nieuws geweest. Het project heeft een recordaantal nieuwe en waardevolle waarnemingen van de vliegenzwam opgeleverd en er hebben meer vrijwillige waarnemers aan bijgedragen dan ooit tevoren.

Iconische paddenstoel

De vliegenzwam (Amanita muscaria) is de meest iconische paddenstoel die in Nederland voorkomt. Iedereen kent de soort wel, al is het alleen maar van het liedje ‘Rood met witte stippen’. De vliegenzwam is goed te herkennen en er komen geen gelijkende soorten voor. De witte stippen op de hoed zijn de restanten van een vlies dat de paddenstoel beschermde toen deze zich ondergronds ontwikkelde. Ook de kenmerkende ring aan de steel en de zak om de steelvoet zijn restanten van zo’n vlies. De vliegenzwam is familie van de amanieten. De vliegenzwam is een typische soort van zandgrond. De paddenstoel die we bovengronds zien, is slechts de vrucht van de ondergronds levende schimmel. De vliegenzwam groeit net als de meeste andere amanieten altijd samen met de wortels van bomen. Dit noemen we ectomycorrhiza. Zowel de paddenstoel als de boom heeft hier profijt van.

Foto Vaclav Sebek/Shutterstock

Literatuur

  • Oosterbaan, A.O., L. Spoormakers & K. Kaag, 1992, Het Vliegenzwamproject, Natura 89(1992)8:173-178.
  • Steeman, R., 2012a, Zoek mee naar de Grootste Vliegenzwam!, Want meten is weten. Natuur.blad September 2012: 12-13.
  • Steeman, R., 2012b, De grootste Vliegenzwam staat in de Pinte, Nature Today 24 oktober 2012
  • Tweel, M. van, L. Sparrius & M. van Damme-Jongsten, 2001, Verslag van het Vliegenzwamproject 2000, Gevonden: Vliegenzwam, Natura 98(2001)6:214-218.